De nieuwe regels voor de beoordeling van arbeidsrelaties zijn een stap dichterbij. Op 7 juli jl. is namelijk eindelijk de Wet Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Vbar) ingediend bij de Tweede Kamer. Toch blijft het werken met modelovereenkomsten bij het inhuren van zzp’ers voorlopig belangrijk.

De Vbar beoordeelt de gezagsverhouding tussen opdrachtgever en zzp’er aan de hand van criteria die voortvloeien uit de rechtspraak van de Hoge Raad. Daarnaast wordt er bij een lager uurtarief dan € 36 van uitgegaan dat er een arbeidsovereenkomst is, tenzij de opdrachtgever kan aantonen dat er toch geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Het UWV, de Belastingdienst en de Arbeidsinspectie kunnen overigens dit zogenoemde rechtsvermoeden niet inroepen. Het is de bedoeling dat de wet op 1 juli 2026 in werking treedt.

Tot die tijd gelden dus de huidige regels, waarbij modelovereenkomsten een belangrijk hulpmiddel zijn. Deze zijn nog tot 1 januari 2030 geldig. Maar let op: een modelovereenkomst vrijwaart de opdrachtgever alleen van naheffingen als er ook daadwerkelijk wordt gewerkt volgens de modelovereenkomst. De Belastingdienst is sinds 1 januari 2025 weer actief bezig met bedrijfsbezoeken en boekenonderzoeken, waarna een naheffing van loonbelasting en sociale premies aan de opdrachtgever kan worden opgelegd, mocht er toch sprake zijn van een arbeidsovereenkomst.

Daarnaast loopt de opdrachtgever bij schijnzelfstandigheid ook nog andere risico’s, zoals de verplichting om alsnog pensioenpremies te moeten afdragen, loon door te betalen bij ziekte en arboverplichtingen. Mocht de zzp’er toch een werknemer blijken te zijn, dan kan hij of zij ook aanspraak maken op alle rechten die bij een arbeidsovereenkomst horen, zoals vakantiedagen en ontslagbescherming. Een modelovereenkomst vrijwaart tegen naheffing van loonheffingen door de Belastingdienst, maar is geen garantie tegen deze andere risico’s.

Tip

Check regelmatig of er ook feitelijk nog wordt gewerkt volgens de modelovereenkomst.