Hypotheek aflossen of een andere keuze?

De hypotheekrenteaftrek staat weer ter discussie. De beperking of afschaffing van deze aftrek staat tijdens de komende verkiezingen op de agenda van verschillende politieke partijen. De vraag rijst of u als huiseigenaar er verstandig aan doet uw hypotheek versneld af te lossen. Daarnaast speelt wellicht mee dat de hypotheekrenteaftrek vanaf 2031 sowieso vervalt, omdat de maximale renteaftrekperiode van 30 jaar verloopt. Let op, deze termijn geldt sinds 1 januari 2001 per leningdeel. Neemt u eigenwoningschuld toe, bijvoorbeeld bij een verhuizing, dan gaat voor het meerdere een nieuwe 30-jaarstermijn gelden.

Verder kan aflossen van belang zijn als de hypotheek doorloopt tot na de ingang van de pensioenleeftijd. Dit speelt vooral bij aflossingsvrije hypotheken of bij op latere leeftijd afgesloten hypotheken. Een hoge hypotheeklast kan zwaar drukken op het besteedbaar inkomen, zeker wanneer het pensioeninkomen lager is dan het voormalig inkomen tijdens de werkzame jaren.

Aflossen
Een eenmalige aflossing lijkt aantrekkelijk, maar het effect hiervan is mogelijk beperkt. Structureel extra aflossen, bijvoorbeeld maandelijks of jaarlijks, kan er daarentegen voor zorgen dat de hypotheek tegen pensioendatum volledig is verdwenen. Dat kost gedurende de werkzame jaren iets meer liquiditeit, maar levert op de pensioendatum veel rust op. De maandlasten dalen blijvend en door de afbouw van hypotheekrenteaftrek wordt dit voordeel nog sterker. Zijn er – naast extra aflossen – nog andere opties als oplossing?

Lijfrente als alternatief
In plaats van aflossen kunt u de beschikbare liquiditeiten ook besteden aan een extra oudedagsvoorziening in de vorm van een lijfrente, met gebruikmaking van de jaar- en reserveringsruimte. Zeker wanneer uw inkomen vanaf de pensioenleeftijd laag is, kunt u dit als optie meenemen. Daarmee ontstaat belastingvoordeel in box 1 (de lijfrentepremie is immers aftrekbaar), terwijl u de opgebouwde waarde later kunt inzetten om een tijdelijke oudedagslijfrente aan te kopen. De hypotheeklasten zijn daarmee na pensionering (beter) te dragen. Ten aanzien van de uitkeringsperiode kunt u hierbij denken aan de resterende looptijd van de lening na pensioenleeftijd, rekening houdend met de lijfrentevoorwaarden. Zowel met een eenmalige storting als met een periodieke inleg is dit te bereiken. Dit kan daarom interessanter zijn dan een aflossing.