Adres
Ringdijk 398
2983 GS Ridderkerk
Tel: 0180 - 410 635
Info@kantoorabri.nl
Openingstijden:
Maandag t/m Vrijdag van 09.00 t/m 16.00 uur.
Eind goed al goed voor scheve inbrengers
Onlangs heeft de Hoge Raad een eindoordeel gegeven in wat we wel noemen ‘meerinbreng in de voorhuwelijkse periode’. Wat is het geval? Pieter en Koosje wonen al even samen, als zij eind 2017 samen een woning kopen van € 300.000. Vanuit de ouders van Pieter wordt een jubelton ingevlogen, ze sluiten een en/of-lening van € 200.000 en de zaak is rond. In het voorjaar van 2018 trouwen ze zonder huwelijkse voorwaarden. In 2025 blijkt dat ze het samen toch niet gaan redden en volgt een echtscheiding. De woning heeft dan een waarde van € 500.000. Krijgt Pieter nu zijn gehele meerinbreng van € 50.000 wel terug?
Tot aan het arrest van de Hoge Raad (21 maart 2025) zag het ernaar uit dat Pieter van zijn regresvordering van € 50.000 maar € 25.000 zou terugzien. Dat zou volgen uit de interpretatie van BW 1:94-7; de regresschuld van Koosje aan Pieter heeft immers betrekking op een woning die voor het sluiten van het huwelijk al een gemeenschappelijke bezitting was. Daardoor zou die regresschuld na het sluiten van het huwelijk opgaan in de gemeenschap, waardoor Pieter dus € 25.000 zou kwijtraken.
Dit gevolg was voor Pieter onverteerbaar. In een vergelijkbare casus is dit uitgeprocedeerd tot aan de Hoge Raad. Die oordeelde op 21 maart jl. dat deze interpretatie van BW 1:94-7 niet juist is en dat de regresschuld van Koosje aan Pieter van € 50.000 buiten de gemeenschap blijft.
Tip
Gaat je trouwen en is er sprake van meerinbreng van een van beiden? Leg dit dan schriftelijk vast.