We hebben pas een kwart van 2025 achter de rug, maar krijgen nu al een inkijkje in de beoogde belastingmaatregelen voor 2026. Staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën heeft de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda 2025 naar de Tweede Kamer gestuurd. Daarbij geeft hij ook een overzicht van de voorlopige inhoud van het Belastingplan 2026, en van een aantal zelfstandige wetsvoorstellen. Voor schenk- en erfbelasting zijn er meerdere zaken van belang. Zo zijn twee arresten uit 2024 van de Hoge Raad aanleiding voor de wetgever om de Successiewet 1956 aan te passen. De eerste is de reparatie van de uitspraak van 16 februari 2024 inzake de breukdelengemeenschap.

De tweede uitspraak (6 september 2024) betreft de discriminatie van buitenhuwelijkse kinderen. De wet wordt in lijn gebracht met het EVRM. Hierdoor worden ook niet-juridisch verwante biologische kinderen met een ‘family life’-relatie fiscaal gelijk behandeld. Verder is het voorstel om de aangiftetermijn erfbelasting te verlengen van 8 maanden naar 20 maanden. De termijn voor de berekening van de belastingrente begint dan ook op een later tijdstip.

Aangifte schenkbelasting
Als laatste de schenking binnen 180 dagen vóór overlijden van de schenker. Bij fictie is de schenking ook belast met erfbelasting. Hierdoor moet zowel aangifte schenk- als erfbelasting worden gedaan. De schenkbelasting wordt vervolgens verrekend met de erfbelasting. De voorgestelde maatregel houdt in dat de schenking binnen 180 dagen vóór overlijden niet als schenking wordt aangemerkt. Daardoor vervalt or de verplichting vervalt om aangifte schenkbelasting te doen.