Wanneer een periodieke gift strandt: blijft de aftrek overeind?

Een belastingplichtige sluit een periodieke-gift­overeenkomst met een ANBI, en doet dat volledig volgens de wettelijke eisen. De eerste termijn wordt netjes betaald. Daarna stokt het; de donateur stopt met betalen en verbreekt feitelijk zijn meerjarige verplichting. Gaat de Belastingdienst dan alsnog terugkomen op die eerder genoten aftrek? Moet de klant vrezen dat alles wat hij wél heeft betaald, ineens verdampt? Toetst de Belastingdienst elk jaar opnieuw of de gift nog wel aan alle voorwaarden voldoet? Maar dat is niet hoe deze regeling werkt. De echte toets ligt ergens anders, en is bevestigd door dit recente Kennisgroepstandpunt: KG:202:2025:24.

Toetsmoment ligt bij het aangaan, niet bij de uitvoering
Het startpunt is altijd het moment waarop de periodieke schenkingsakte wordt gesloten. Op dat moment moet aan alle voorwaarden worden voldaan: een vaste jaarlijkse uitkering, een minimale looptijd van vijf jaar en vooral een echte onzekerheid of de schenker dat ook daadwerkelijk volhoudt. Wordt die lat gehaald, dan staat de fiscale kwalificatie vast. De Hoge Raad heeft dat eerder duidelijk gemaakt: de gift vindt juridisch plaats bij het sluiten van de overeenkomst, en de jaarlijkse betalingen zijn slechts de uitvoering daarvan. Wie later stopt, verbreekt wel de verplichting, maar verandert niet met terugwerkende kracht de status van de jaren waarin wel correct is betaald. Alleen wanneer al bij het aangaan duidelijk was dat de schenker zelf de looptijd kon beïnvloeden, ontbreekt die vereiste onzekerheid en ontbreekt dus de aftrek vanaf het begin.

Niet-nakoming periodieke gift: wanneer wordt het wél problematisch?
Hoewel de regel helder is, blijft nuancering cruciaal. De wet kent maar beperkte mogelijkheden om een periodieke gift tussentijds te beëindigen. Denk aan het verlies van de ANBI-status of aan arbeidsongeschiktheid. Buiten die situaties blijft de verplichting in principe gewoon staan. Als achteraf blijkt dat de schenker vanaf de start invloed had op het tussentijds beëindigen, bijvoorbeeld doordat de overeenkomst zo was ingericht dat stoppen eenvoudig mogelijk was, ontbreekt de noodzakelijke onzekerheid. In die situatie was er bij aanvang al géén geldige periodieke gift, wat gevolgen kan hebben voor eerdere jaren.

Aandachtspunt
Als de schenker de resterende termijnen op grond van de schenkingsovereenkomst niet nakomt, heeft de ANBI een vordering op de schenker. Als de ANBI nalaat om deze vordering op te eisen, zal deze uiteindelijk verjaren. Het niet opeisen van de resterende termijnen kan dan gevolgen hebben voor de schenkbelasting.