Adres
Ringdijk 398
2983 GS Ridderkerk
Tel: 0180 - 410 635
Info@kantoorabri.nl

Openingstijden:
Maandag t/m Vrijdag van 09.00 t/m 16.00 uur.

Nota’s van wijziging Belastingplan 2025

Staatssecretaris Idsinga heeft enkele nota’s van wijziging bij het pakket Belastingplan 2025 naar de Tweede Kamer gestuurd. Een belangrijke nota van wijziging ziet op de aanpassing van de definitie van preferente aandelen in het wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025. Een nota van wijziging bij het wetsvoorstel Belastingplan 2025 betreft het dichten van een heffingslek in het regime voor de fiscale beleggingsinstelling in de Vpb en het begrip vastgoed in dit regime. In een nota van wijziging bij de OFM 2025 wordt terugwerkende kracht voorkomen bij de samenloop van verzuimboetes en vergrijpboetes.

Aanpassing definitie preferente aandelen
Preferente aandelen zijn in het wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025 gedefinieerd als ‘aandelen met voorrang ten aanzien van winstverdeling of liquidatieopbrengsten’. Daarnaast zijn er ook aandelen die kenmerken hebben van zowel gewone als preferente aandelen: hybride aandelen. Dit doet zich bijvoorbeeld voor als het gestorte agio wel preferentie kent en het nominaal gestorte kapitaal niet. Op grond van de aangepaste voorgestelde definitie worden hybride aandelen voor de toepassing van de DSR ab en de BOR per 1 januari 2026 voor een deel aangemerkt als een preferent aandeel en voor een deel als een niet-preferent aandeel. Het deel van het aandeel dat voorrang kent ten aanzien van de winstverdeling of liquidatieopbrengsten wordt aangemerkt als preferent aandeel. Het andere deel wordt aangemerkt als een niet-preferent aandeel. Deze verdeling vindt plaats naar de waarde in het economische verkeer (WEV), die toe te rekenen is aan het preferente, onderscheidenlijk niet-preferente, deel. Het als niet-preferent aandeel aangemerkte deel van het aandeel kan kwalificeren voor de DSR ab en de BOR, mits aan de voorwaarden voor toepassing van deze regelingen wordt voldaan. Voor het als preferent aandeel aangemerkte deel van het aandeel blijft gelden dat het alleen kan kwalificeren voor de DSR ab en de BOR als dit preferente deel van het aandeel is ontstaan – en uiteindelijk wordt verkregen – in het kader van een gefaseerde bedrijfsopvolging.

De aangepaste voorgestelde definitie van preferente aandelen geldt alleen voor bedrijfsopvolgingen die op of na 1 januari 2026 plaatsvinden. Op eerdere bedrijfsoverdrachten blijft de wetgeving van toepassing die gold ten tijde van schenking of vererving.

Dichten heffingslek fbi-regime
De vorig jaar al aangenomen Wet aanpassing fiscale beleggingsinstelling (fbi-regime) in de Vpb verbiedt een fbi om vanaf 1 januari 2025 direct te beleggen in Nederlands vastgoed (de vastgoedmaatregel). Deze maatregel was nodig om een twee heffingslekken te dichten. In de nota van wijziging bij het Belastingplan 2025 wordt de wettekst aangepast aan het elders in de Wet Vpb gehanteerde begrip ‘Nederlands vastgoed’, waardoor de twee genoemde heffingslekken gedicht blijven.
Daarnaast wordt een maatregel voorgesteld die voorkomt dat de opbrengst van de vastgoedmaatregel wordt uitgehold via een indirecte belegging in Nederlands vastgoed met behulp van een dochter-bv. In een dergelijk geval kan de beleggingsinstelling de structuur zodanig vormgeven dat er juridisch sprake is van indirect beleggen in Nederlands vastgoed, maar er economisch (materieel) sprake is van direct beleggen in Nederlands vastgoed. Dit wordt in de Memorie van Toelichting uitgelegd aan de hand van een voorbeeld.

Overgangsmaatregel bij samenloop verzuim- en vergrijpboete
In het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2025 (OFM 2025) wordt de mogelijkheid voorgesteld om – onder voorwaarden – vanaf 2025 voor hetzelfde feit een vergrijpboete op te leggen, nadat hiervoor al een verzuimboete is opgelegd. Om te voorkomen dat deze maatregel materieel terugwerkende kracht heeft, wordt in de nota van wijziging aangegeven dat deze samenloop van boetes alleen geldt voor situaties waarin een verzuimboete is opgelegd op of na 1 januari 2025.