Adres
Ringdijk 398
2983 GS Ridderkerk
Tel: 0180 - 410 635
Info@kantoorabri.nl

Openingstijden:
Maandag t/m Vrijdag van 09.00 t/m 16.00 uur.

Hoge Raad herbevestigt dat aandeel in VVE-reservefonds box-3-bezitting is

Een flatbewoner is eigenaar van een appartementsrecht. Dit recht vormt voor hem een eigen woning. Hij betaalt maandelijks servicekosten, waarvan een deel wordt toegevoegd aan een reservefonds. Op 1 januari 2017 bedraagt de stand van het reservefonds € 196.495. Zijn aandeel daarin bedraagt op basis van de lidmaatschapsrechten 194/4.052ste deel daarvan. De inspecteur legt een aanslag IB 2017 op, waarin een bedrag van € 9.408 in de rendementsgrondslag van box 3 wordt begrepen. De flatbewoner is het daar niet mee eens en procedeert tot aan de Hoge Raad. Dit ondanks het feit dat diezelfde Hoge Raad al in 2010 had geoordeeld dat een VVE-lidmaatschap een box-3-bezitting vormt.

De flatbewoner besloot tóch tot procederen, omdat hij de Hoge Raad-uitspraak uit 2010 achterhaald vond. Door een tussentijdse wetswijziging van artikel 5:126, lid 1 BW is het reservefonds een wettelijke voorziening geworden. Hierdoor kan zijn aandeel in het reservefonds niet tot zijn eigen vermogen worden gerekend. De Hoge Raad oordeelt anders: de wijziging van dat wetsartikel heeft geen verandering gebracht in de aard van het reservefonds.

Aanmerken als banktegoed
Overigens is het belang van deze Hoge Raad-uitspraak voor onze huidige praktijk gering. Hof Arnhem-Leeuwarden heeft op 10 januari van dit jaar al beslist dat een aandeel in een VVE-reservefonds als een banktegoed moet worden aangemerkt bij de berekening van het box-3-rechtsherstel. Ook de staatssecretaris van Financiën heeft onlangs in de Voorjaarsnota 2023 aangegeven dat wettelijk zal worden geregeld dat een aandeel in een VVE-reservefonds als een banktegoed wordt aangemerkt.