Hoe bereken je de overlijdensuitkering?

Als een werknemer overlijdt, heeft de werkgever de mogelijkheid om een onbelaste uitkering te doen. De vrijstelling is van toepassing op een eenmalige uitkering ter zake van het overlijden van de werknemer voor zover de uitkering niet meer bedraagt dan driemaal het loon over een maand. De Belastingdienst heeft een standpunt gepubliceerd over hoe dat ‘loon over een maand’ wordt bepaald. Dit loon is 1/12 van het overeengekomen vaste bruto jaarloon, inclusief vakantiebijslag en vaste beloningen. Ook nog te genieten loon in hetzelfde kalenderjaar telt mee, zoals een aangekondigde salarisverhoging. Korting op loon (bijv. 70% bij ziekte) moet eveneens worden meegenomen.

Een voorbeeld maakt een en ander duidelijker. Stel, een werknemer ontvangt in het eerste ziektejaar 100% van zijn loon. Nadat hij op 1 augustus meer dan 52 weken ziek is, ontvangt hij nog 70% van zijn bruto (maand)loon. Op 15 augustus heeft de werkgever een loonsverhoging per 1 oktober toegezegd. De werknemer overlijdt op 20 augustus.

De werkgever moet rekening houden met zowel de korting naar 70% van het (maand)loon als de loonsverhoging. Beide loonbestanddelen maken immers onderdeel uit van het overeengekomen vaste bruto jaarloon in het kalenderjaar van overlijden. Het zijn vaste en gegarandeerde beloningen – die vóór het overlijden zijn overeengekomen – waarop hij in hetzelfde kalenderjaar recht heeft. Het loon over een maand wordt dus als volgt berekend:

  • Januari tot en met juli: 100% bruto (maand)loon.
  • Augustus tot en met september: 70% van het bruto (maand) loon.
  • Oktober tot en met december: 70% van het verhoogde bruto (maand)loon.

Het totaalbedrag over januari tot en met december wordt gedeeld door twaalf. Daarbij wordt opgeteld:

  • 1/12 van de overeengekomen vakantiebijslag;
  • 1/12 van het jaarbedrag aan eventuele (andere) vaste gegarandeerde (bijzondere) beloningen zoals een dertiende maand, eindejaarsuitkering en/of de bijtelling voor een auto van de zaak; en,
  • 1/12 van het jaarbedrag van een keuzebudget.