Als je bij een andere werkgever gaat werken, kun je je opgebouwde pensioen meenemen naar het pensioenfonds van je nieuwe/huidige werkgever. Dat heet (vrijwillige) waardeoverdracht en kan op elk moment door een verzoek bij het pensioenfonds of verzekeraar van de huidige werkgever. Dit kan voordelig zijn. Als je dat in 2024 wilt doen, dan is er niet veel tijd meer. Alleen dit jaar werken alle fondsen nog volgens de oude regels en kun je anticiperen op de transitie van het pensioen naar de Wtp-kaders. Bpf Bouw vestigt hier op haar website aandacht op.

Lees meer
Zodra het fonds in transitie is, zullen er geen verzoeken om individuele waardeoverdracht meer behandeld worden totdat alles is overgezet (ingevaren) naar het nieuwe stelsel. Het zijn lastige afwegingen; kun je nu nog beter overhevelen naar de nieuwe regeling, of moet je het slaperspensioen laten staan bij de oude pensioenuitvoerder? Is de nieuwe pensioenregeling waarin je terecht komt solidair of flexibel? En ook de (mogelijke) compensatie maakt verschil.

Tip
In pensioentechnische zin kun je hier nog dieper op ingaan. Hierbij kun je de volgende vuistregel hanteren: áls je kunt overdragen naar een pensioenfonds met een hogere dekkingsgraad, kies daar in principe dan voor. Die hogere dekkingsgraad kan dan leiden tot:

• óf een hogere invaarbonus en/of een beter gevuld solidariteitsreserve; en/of
• meer budget voor compensatie doorsneesystematiek. In het nieuwe stelsel wordt de doorsneesystematiek vervangen door leeftijdsafhankelijke pensioenopbouw. Dat leidt tot een lager pensioenvooruitzicht voor sommige leeftijdsgroepen. Zij kunnen worden gecompenseerd door aanwending van een premieopslag of door herverdeling van pensioenfondsbuffers.