Een bezwaar- en of beroepsprocedure levert bij belastingplichtigen onzekerheid en dus ook stress op over hun rechtspositie. Duurt zo’n procedure langer dan twee jaar, gerekend vanaf de datum van je bezwaarschrift? Dan heb je, sinds een arrest van de Hoge Raad uit 2010, recht op een vaste immateriële schadevergoeding van € 500 per halfjaar overschrijding. Dit gold alleen niet wanneer het financiële belang kleiner was dan € 15. In verband met misbruik door zogenoemde ‘no cure no pay bureaus’ heeft de Hoge Raad deze grens nu fors verhoogd en de toepassing beperkt.

De Hoge Raad moest oordelen over een zaak waar het financiële belang van de belastingplichtige slechts € 0,80 bedroeg. Hij meende recht te hebben op een rentevergoeding van het Waterschap De Dommel van € 2,00, terwijl hij maar € 1,20 had ontvangen. Rechtbank en hof beslisten dat de redelijke termijn inderdaad was overschreden, maar dat er wegens het geringe financiële belang geen schadevergoeding wordt toegekend.

Paal en perk gesteld
De Hoge Raad heeft deze zaak aangegrepen om – naar ons idee terecht – paal en perk te stellen aan dit soort procedures. Als het financiële belang niet groter is dan € 1.000 en de overschrijding van de redelijke termijn niet meer bedraagt dan 12 maanden, krijg je geen vergoeding meer. Beloopt, voor een belang onder de € 1.000, de overschrijding meer dan 12 maanden? Dan bepaalt de rechter per geval hoe hoog de vergoeding moet zijn. Bepalend hierbij is het totale financiële belang dat is gemoeid met de geschillen over aanslagen en/of andere fiscale beschikkingen. Er gelden uitzonderingen voor samenhangende zaken en proefprocedures. Nevenvorderingen en bestuurlijke boeten tellen hierbij niet mee. Alleen voor belangen boven de € 1.000 blijft de oude regeling gelden.