Adres
Ringdijk 398
2983 GS Ridderkerk
Tel: 0180 - 410 635
Info@kantoorabri.nl

Openingstijden:
Maandag t/m Vrijdag van 09.00 t/m 16.00 uur.

Het Belastingplan 2025 door een formele bril bekeken

In de op Prinsjesdag openbaar gemaakte stukken staan niet heel veel formeel-rechtelijke plannen van het kabinet. Wij noemen er hierna drie. Het eerste en meest opvallende is misschien wel dat het kabinet besloten heeft om een eerder voorgestelde bepaling met betrekking tot het schuldonderzoek bij boetes (nog) niet in te voeren. Wel wordt er een verlenging van de termijn ingevoerd waarbinnen een zogenoemde medeplegersboete kan worden opgelegd aan bijvoorbeeld belastingadviseurs. Ten slotte wordt een foutje uit de wetgeving rond de belastingrente uit 2013 hersteld.

Schuldonderzoek bij boetes toch (nog) niet ingevoerd
Het kabinet wilde per 1 januari 2025 een afzonderlijke bepaling in artikel 67i van de AWR opnemen over het schuldonderzoek: het Wetsvoorstel boetevragen. Er zou een wettelijke verplichting komen om informatie te verstrekken op basis waarvan aan jouzelf een boete opgelegd zou worden. Dit schuurt met het zwijgrecht en het voorstel oogstte daarom veel kritiek. Volgens de Raad van State is er nog te veel onduidelijk over het onderscheid tussen de sfeer waarin de inspecteur op grond van artikel 47 AWR inlichtingen vraagt en wanneer hij dat zou doen op grond van het voorgestelde artikel 67i AWR. Ook ontbreken waarborgen tegen oneigenlijk gebruik door de inspecteur (fishing expeditions) en is het nog onduidelijk hoe niet-nakoming van de verplichting wordt gesanctioneerd. Het kabinet ziet daarom nu af van invoering. De voorgestelde bepaling krijgt eerst een nadere toelichting.

Verlengde termijn voor opleggen deelnemersboete ingevoerd
Als de inspecteur gebruikmaakt van de verlengde navorderings- of naheffingstermijn, kan hij op dit moment nog geen boete opleggen aan een medepleger of mededader. De termijn waarbinnen een boete kan worden opgelegd aan een mededader is nu nog gelijk aan de ‘gewone’ (navorderings)aanslagtermijnen van drie en vijf jaar. Door aanpassing van art. 67ob AWR per 1 januari 2025 kan straks een boete worden opgelegd aan mededaders als de inspecteur gebruikmaakt van de 12-jaarstermijn. De bepaling heeft directe werking, maar geldt niet voor gevallen waarvan de vijfjaarstermijn al was verstreken. De termijnverlenging geldt niet bij verleend uitstel voor het doen van aangifte of door een informatiebeschikking. Bij navorderingsaanslagen erfbelasting over vermogen in het buitenland (de ‘Edelweissregeling’), waarbij voor de belastingplichtige een onbeperkte navorderingstermijn geldt, wordt de termijn beperkt tot twaalf jaar.

Belastingrenteregeling verruimd en ‘foutje’ in invorderingsrente na 11 jaar hersteld
In artikel 30hb AWR wordt toegevoegd dat het in rekening te brengen percentage kan verschillen van het te vergoeden percentage belastingrente. Dit om deze bepaling in overeenstemming te brengen met de rechtspraak van de Hoge Raad en om in de toekomst flexibeler te kunnen zijn. De invorderingsrenteregeling wordt aangepast, omdat bij de aanpassing van de regeling in 2013 abusievelijk de mogelijkheid uit de wet is gehaald om rente in rekening te brengen als een belastingaanslag wordt verminderd door achterwaartse verliesverrekening. Met de voorgestelde wijziging, die waarschijnlijk per 1 januari 2027 in werking treedt, wordt dit hersteld.